Introductie

Samenwerking in de gemeente of regio is cruciaal bij het signaleren van laaggeletterdheid, vooral ook bij NT1’ers. Maar hoe ziet een succesvolle samenwerking er in de praktijk uit? Ans van Soest (WBRN) en Gertie Brandts (ROC) lichten toe hoe hun organisaties samenwerken rondom het thema laaggeletterdheid.

Even voorstellen:

Wat is de aanleiding voor de samenwerking?

Ans: Meteen vanaf het begin van het werkbedrijf is geïnvesteerd in scholing voor de consulenten rondom het signaleren van laaggeletterdheid. Alle consulenten zijn op de hoogte van de mogelijkheden om kandidaten door te verwijzen naar het ROC Nijmegen voor een passend traject. Ondanks de scholing voor consulenten, bleek dat kandidaten toch niet op de juiste plek terecht kwamen: Tussen het signaleren van laaggeletterdheid en het op komen dagen van de kandidaat bij het opleidingstraject, bleek er iets mis te gaan.

Gertie: We zijn met elkaar gaan brainstormen over wat we kunnen doen om meer kandidaten te bereiken en de hoeveelheid no-shows te verminderen. We kwamen tot een aantal conclusies en aanknopingspunten:

• Er is warme overdracht nodig. Door kandidaten bij de hand te nemen help je hen drempels te overbruggen die ze ervaren bij het volgen van scholing of opleiding.
• Vanuit cijfers rondom laaggeletterdheid blijkt dat een groot aandeel laaggeletterden geen startkwalificatie heeft. Van alle kandidaten die zich bij het WBRN aanmelden heeft bijna 50% geen startkwalificatie.
• Het signaleren van laaggeletterdheid is lastig en is niet de corebusiness van de consulenten.

Vanuit deze aanknopingspunten zijn we de verdere samenwerking vorm gaan geven.

Samen werken aan het tegengaan van laaggeletterdheid

Ans: Iedereen die bij ons geen startkwalificatie heeft, en Nederlands als eerste taal heeft, wordt door de consulent standaard aangemeld voor de standaard bijeenkomst ‘check je basisvaardigheden’ die wordt gegeven door Gertie. Het doel van de bijeenkomst is om samen met de deelnemers op een laagdrempelige manier te ontdekken aan welke basisvaardigheden ze nog kunnen én willen werken. Door mensen standaard aan te melden wordt voorkomen dat de consulenten de laaggeletterdheid zelf moeten signaleren.

Gertie: In de bijeenkomst ‘check je vaardigheden’ besteed ik veel aandacht aan normaliseren. We bekijken een video van een vrouw die door het wisselen van baan erachter kwam dat ze beperkte basisvaardigheden had en ik laat de kandidaten opschrijven of ze zichzelf hierin herkennen. Vervolgens gaan we aan de slag met een checklist rondom digitale vaardigheden (wat kan ik al? Wat wil ik nog leren?) en de taalmeter. Ik bespreek de resultaten van deze checklist en de taalmeter individueel met de kandidaat. Heel veel kandidaten staan open om het gesprek aan te gaan, maar soms ontkennen ze ook dat ze een probleem hebben. Als blijkt dat iemand de behoefte heeft om te werken aan zijn/haar basisvaardigheden, plan ik meteen een intake in om het vervolgtraject te starten. Meedoen aan een vervolgtraject is niet verplicht.

Meer dan 50% van de deelnemers aan de bijeenkomst gaat een (opleidings)traject volgen

Ans: De bijeenkomst ‘check je vaardigheden’ geeft ons achtergrond bij wat mensen wel en niet kunnen en wat ze nog willen leren. Vanuit daar kunnen wij de kandidaten beter begeleiden naar werk. Daarnaast zijn we blij dat kandidaten zo de mogelijkheid krijgen om hun basisvaardigheden te ontwikkelen, deze zijn zo belangrijk voor het participeren op de arbeidsmarkt. Na een traject bij het ROC hebben de kandidaten een betere positie op de arbeidsmarkt.

Gertie: Het is voor ons een goede manier om kandidaten te werven. Meer dan 50% van de kandidaten die wordt aangemeld voor de bijeenkomst, gaat daadwerkelijk een (opleidings)traject bij ons volgen. Daar zijn we trots op. Kandidaten die via het werkbedrijf aanmelden krijgen een onderwijsovereenkomst voor een jaar, na een jaar kunnen ze uiteraard nog verder met hun traject wanneer dat nog wenselijk is.

Warme doorgeleiding als must

Gertie: Zorg ervoor dat je het gezamenlijke doel helder voor ogen hebt en dat de randvoorwaarden aanwezig zijn (bijvoorbeeld een goede locatie). Zorg ervoor dat je elkaar weet te vinden en dat je regelmatig afstemt.

Ans: Ten eerste: focus op warme doorgeleiding, dat geeft kandidaten net de extra steun en motivatie die ze nodig hebben. Ten tweede: kijk of je als (werk)bedrijf een standaardprocedure rondom het signaleren van laaggeletterdheid in kan bouwen in de dienstverlening. Zo wordt het onderdeel van het normale taakpakket en wordt het niet vergeten. Tot slot: wijs het thema laaggeletterdheid aan iemand toe bij het (werk)bedrijf, die zicht houdt op de ontwikkelingen en zorgt voor regelmatige bijscholing voor consulenten.