European Commission logo
Inloggen Maak een account aan
Je kunt meerdere woorden selecteren met scheidingskomma

EPALE - Elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa

Blog

Focus week: 'Outdoor' leren in het volwassenenonderwijs

18 collega's uit het volwassenenonderwijs ontdekken in Noorwegen hoe ze de buitenomgeving kunnen inzetten voor duurzaam onderwijs en ecologische ontwikkeling.

Achttien collega's uit het volwassenenonderwijs trokken in september 2024, dankzij Erasmus+, naar Lilleskagen/Hvasser in Noorwegen om te leren hoe ze de buitenomgeving kunnen inzetten voor duurzaam onderwijs en ecologische ontwikkeling. Deze opleiding sluit aan bij de duurzaamheidsdoelstellingen van de centra voor volwassenenonderwijs van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, alsook bij de doelstelling van curriculuminnovatie. De begeleiding ter plaatse gebeurde door Simen Thorrud, Anne Christin Ferrari Holme  van de Universiteit van Zuid-Oost Noorwegen. En Daniel en Cecilia van Færder Nasjonalpark. 

Twee van de deelnemers, Anne De Rouck en Ludwig Desmet, vertellen over hun ervaringen in Noorwegen en hoe ze die willen gebruiken in hun dagelijkse praktijk in hun centrum voor volwassenenonderwijs. En op YouTube postten ze een mooie impressie van hun dagen 'outdoors' in Noorwegen. Bekijk hier het filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=z0q5FFGiA0k

Anne De Rouck en Ludwig Desmet: In Noorwegen hecht men enorm veel belang aan ‘outdoor’ belevingen (Friluftsliv, letterlijk ‘het leven in de buitenlucht’). Ze hebben meer donkere, langere en koudere winters dan wij. En als Belgen zijn wij wel wat regen gewend, maar ook op dit vlak doen de Noren voor ons niet onder. Toch worden Noorse kinderen van jongsaf naar buiten gestuurd met warme, wollen laagjes en degelijke regenkledij. Er is plaats zat en er is het 'allemansrecht' waardoor iedereen overal kan en mag komen, ook op privégronden, behalve landbouwgebieden en aangelegde tuinen bij woningen. De basisidee is dat iedereen van de natuur moet kunnen genieten. Daarvoor willen ze de natuur beschermen, en om die goed te kunnen beschermen moet je die ook kennen.

Ook in het onderwijs is het buitenleven prioritair. Men noemt het er ‘outdoor learning’. Lees: ‘onderwijs vanuit de vrije natuur’. Het staat zelfs op nummer 1 in de leerplannen. In het basis- en middelbaar onderwijs is het verplichte kost. Na wat we deze week allemaal gezien en beleefd hebben, zijn wij 100% overtuigd van de meerwaarde van deze manier van onderwijs. Noorse kinderen staan motorisch veel verder dan de kinderen bij ons. Ze leren skiën, klimmen, roeien, lange afstanden afleggen over oneffen terrein … Ze worden ook niet overdreven betutteld en ontzien. Het is ginder – kortom – normaal om buiten te zijn, om buiten te ‘leren’ en om te bewegen.

Maar gaat dit ook op voor het volwassenenonderwijs zult u zich wellicht afvragen?  Wij denken van wel! 

Hier volgt wat wij deze week gedaan hebben. We zullen samen de conclusies trekken die overduidelijk zijn. 

Dag 1: 

Om te beginnen, trokken we de natuur in. Lilleskagen is een strand op een eiland. Aan de ene kant is er het bos, aan de andere kant de zee. Adembenemend! Voor studenten fotografie spreekt het landschap al voor zich. Maar ook voor studenten die een taal moeten leren – gelijk welke taal – is dit een uitgelezen decor. Wij, de deelnemers, moesten alles zelf doen: ons in teams verdelen, een naam voor het team verzinnen, de tenten opzetten, het kamp organiseren (hier het vuur, daar de slaapplaatsen, …) later ook zelf vuur en eten maken, de boel opruimen … Het klinkt misschien scouts-achtig maar het leent zich voor twee doelen: 

  • scheppen van een groepsgeest en de basis leggen van een ‘team’ 
  • communiceren en samenwerken: al die dingen kunnen alleen maar tot een goed einde gebracht worden als er gecommuniceerd wordt! En laat ons nu net ‘taal’ nodig hebben voor elke vorm van communicatie.

    Communicatie en samenwerking zijn 2 basisvaardigheden die Europa voorstelt als zijnde key competences of basisvaardigheden. 

OPDRACHT 1 (wiskunde-bouwkunde-engineering-koken-survival)

Verschillende teams moeten verschillende bouwwerken maken met het materiaal uit het bos of vanop het strand en met wat de Noorse begeleider (Simen) voor ons heeft meegebracht: sjortouwen, plastic zeil, bijlen, zagen, … In totaal moeten er twee (zeewaardige) boten vervaardigd worden, twee (functionerende) weegschalen en twee (bruikbare) bruggen. Opnieuw vraagt dit communicatie en samenwerking, maar ook creativiteit en een beetje mechanisch/wiskundig inzicht. Voor sommigen was dit veel te moeilijk maar kijk: als groep slaagden we er toch in om de klus te klaren! De weegschalen werkten. De bruggen waren stevig. En de boten bleven drijven – zelfs met een passagier in! Wat we leerden? Bijvoorbeeld wat een Da Vinci-brug. En hoe het mechanisme van een ouderwetse weegschaal (met een tegengewicht) werkt. We hebben boomtakken in stukken gezaagd. En bovenal hebben we heel veel gepraat. En geluisterd! Er wordt ook nog gezwommen en dan is het tijd om eten te maken. Ook hier worden groepjes gevormd, vuur maken, groenten snijden, brandhout zagen … We eten lekker en vallen snel in slaap.  

Onze opdracht: bouw met materiaal uit het bos of van op het strand twee (zeewaardige) boten. Niet gemakkelijk, maar uiteindelijk lukt het.  

Dag 2:

OPDRACHT 2 (biologie- fysica- geologie)

De helft van onze groep verzamelt dingen van de zee. De andere helft verzamelt dingen uit het bos. Achteraf wordt alles vergeleken, besproken én bewonderd!

Proefje 1: We vormen andere teams dan de vorige keer! Dit is heel goed want we ervaren een andere manier van hoe ze het hier doen. Er is niet altijd dezelfde ‘de leider’. Het zijn niet altijd dezelfden ‘de meedenkers’ of ‘de volgers’. We krijgen een blok ijs dat op een spiritus-vuurtje wordt gesmolten. We timen hoelang het duurt voor het ijs water wordt, hoelang het duurt eer het water damp wordt. Er wordt een directe link gemaakt met de waterkringloop op wereldschaal (water/damp/wolken/neerslag) en het belang van het ‘zorgen’ voor water, niet nodeloos gebruiken van drinkbaar water en vervuiling/besmetting vermijden.  

Proefje 2: De teams ontdekken dat water zich via de capillaire werking omhoog kan verplaatsen. Zo krijgen bomen niet alleen water in hun wortels, maar ook boven in de stam en in alle bladeren van hun kruin. Vijf potjes water worden op een rij gezet: 1. Rood 2. Zonder kleur 3. Geel 4. Zonder kleur 5. Blauw   …  . Ze worden verbonden met strookjes papier en die strookjes veranderen langzaam maar zeker van kleur. Tot ze ook de tussenliggende potjes gaan kleuren in oranje, respectievelijk groen. Heel boeiend om te zien. Het kan niet anders of dit is razend leuk voor scholieren.

Ook leuk voor ons trouwens. Leuk voor iederéén.

Langzaam maar zeker veranderen de strookjes van kleur. Het kan niet anders of dit is ook razend leuk voor cursisten.

Anne-Christin, de Noorse begeleidster – een bevlogen geologie-docente - gebruikt voor alles DE OMGEVING. Wat zien we? Hoe beschrijven we die boom? Die rots? Dat vergezicht? Hoe tekenen we dat? Hoe staat alles in relatie tot elkaar? We maken een tekening van de zee met rotsen als bultruggen. (Zo worden ze ook genoemd: whale-rocks). De rotsen hebben hun particuliere, rare vorm gekregen omdat er hier vele duizenden jaren geleden een gigantische ijsberg over schraapte. De richting waarin de gletsjer zich verplaatste kan je aflezen uit de sporen die op de rotsen zichtbaar zijn. Geologie wordt tastbaar. 

OPDRACHT 3 (taal-literatuur)

Eigenlijk is alles taal. Maar dit is tevens literatuur/theater. En nog veel meer! Elk team krijgt een verhaal uit de Noorse mythologie te lezen. De opdracht is het verhaal te ‘delen’ met de andere teams, maar dan wordt er – uiteraard – niet bedoeld dat het gewoon verteld of gespeeld moet worden! Zeker niet! De omgeving is hier altijd ‘een personage’ als het ware. En alle leden van de groep, ook de leden van de andere teams, moeten participeren. Ook moeten we creatief zijn. Bijvoorbeeld voor de godin Freya wordt er een kroon van bloemen en helmgras gemaakt, voor Thor een hamer, voor het paard van Odin een paardenstaart, de muur rond Asgard (het Olympus van de Noorse godheden) wordt nagebouwd met keien die we op het strand vinden, enzovoorts, enzoverder …. Echt heel tof deze opdracht, én bruikbaar in elke taalles (ook in de NT2- les) en te verwezenlijken met élk verhaal. Maar dan wel liefst ‘outdoor’ in een park of bos.

Elk team deelt een verhaal uit de Noorse mythologie met de andere team. De omgeving is hier ook altijd ‘een personage’.

Op het einde van deze drukke tweede dag verplaatsen we ons naar een ander verblijf. De wind waait met rukwinden tot 80km/u, de gevoelstemperatuur is gedaald tot 4°C. Het wordt een stevige wandeling die ongeveer anderhalf uur duurt. Iets meer comfort en de mogelijkheid om een douche te nemen is welkom. We maken opnieuw zelf eten, barbecue deze keer. Er is een leerkracht outdoor cooking mee in de groep en dat is zeer welkom! Een deel van de groep kiest ervoor om in een shelter te slapen. 

Met rukwinden van 80 kilometer per uur en een temperatuur van 4 graden kiezen sommigen ervoor om in een shelter te slapen.

Dag 3:

In de vroege ochtend keren we terug naar de haven van het eiland.

OPDRACHT 4 (dynamica/bewegingsleer- taal- ecologie- lichamelijke opvoeding)

We worden per drie in een roeiboot gezet en roeien zelf naar een natuurreservaat op een ander eiland (Faerder National Park). Het roeien gaat in het begin wat moeizaam, maar het motto ‘al doende leert men’ (letterlijk!) leeft hier duidelijk. Het wordt enkel roeien en vissen vandaag, denken we. Maar het wordt weer véél meer dan dat. De teamspirit groeit. Gestaag. We hebben weer elkaar nodig om over te geraken (er staat een sterke wind én er is een onderstroom in het water van deze uitloper van de Oslofjord die ons vooral de foute kant opvoert). Communicatie en oog voor de – overigens prachtige – omgeving zijn opnieuw cruciaal. Er is geen sprake van je even te laten overzetten, een beetje rond te dobberen, en ondertussen te denken aan wat je thuis nog allemaal te doen staat. Het is een uitdaging waarvoor je al je aandacht nodig hebt.

Met drie in een roeiboot roeien we naar een ander eiland. De teamspirit groeit. Communicatie is cruciaal. We hebben elkaar nodig om aan de overkant te geraken.

In hetFærder Nasjonalpark worden we opgevangen door Cecilia en Daniel. Opnieuw schatten van Noren. De helft van ons gaat met de roeiboten visnetten ophalen en daarna bespreken wat er gevangen werd. De andere helft krijgt een rubberen visser -pak aan (weet je wel? Een waadpak met rubber tot onder je oksels en met bretellen, waarmee je tot je lendenen in het water kan, zonder nat te worden): er wordt met een sleepnet gevist en ook met een onderwaterloep en een schepnetje. We bespreken de vangst en kunnen ons vergapen aan de vele specimens die we hebben ‘gevangen’. Kobb fish (zeldzaam geworden in de Oslo-fjord), needle fish, krabben, garnalen in diverse soorten, zeesterren enzovoort. We krijgen veel uitleg bij elke soort.

    

We krijgen ook te horen wat de ecologische problemen zijn: sommige soorten zijn bijna uitgestorven. De overvloed aan algen is het gevolg van overbemesting door mens en landbouw en schadelijk voor het ecosysteem.

  • En: nog meer hoor! Te veel om op te noemen. Ik kan nu bijvoorbeeld een mannetjeskrab van een vrouwtjeskrab onderscheiden. –

Verder hebben we ook best veel alles nabesproken. En er ook zelf over gedubd: wat van dit alles, kunnen wij in onze lessen gebruiken? Voor fotografie zijn de mogelijkheden legio. Maar voor taal zeker ook! Voor de NT2 lessen is het construeren van boten en bruggen te hoog gegrepen. En letterlijk gaan roeien en vissen, is wellicht ook niet nodig. Maar ongeveer al de rest is bruikbaar, mits hier en daar wat creatieve aanpassingen. Wij bulken, na deze fantastische week, allemaal van de ideeën! De Noorse docenten die ons begeleid hebben, waren supertof, bevlogen en goed beslagen wat hun vakgebied betreft. Het was een zeer vruchtbaar contact. Het was razend interessant en we hebben veel geleerd. Ook op gebied van didactiek! Het was op geen enkel moment saai. 

Ook mooi om mee te nemen in onze eigen lessen; ‘saai’: is een killer voor de aandacht van de student. Verandering, vernieuwing en het uit het leslokaal treden: is prikkelend en boeiend.

Top 3 van wat wij aan jullie willen meegeven:

  1. Ga naar buiten! Maakt niet uit hoe ver. Misschien maar tot op de plaatselijke markt. Maar je kan de leerstof ook – en zelfs beter – brengen in een nieuwe/andere omgeving.
  2. Heb oog voor die omgeving. Ongelooflijk wat je allemaal ziet en opmerkt, als je even stilstaat en KIJKT.
  3. Wees creatief. Gewoon even ‘out of the box’ denken. 
We hebben best veel nabesproken: wat van dit alles, kunnen wij in onze lessen gebruiken? Wij bulken, na deze fantastische week, allemaal van de ideeën! Het was razend interessant en we hebben veel geleerd. Ook op gebied van didactiek!

Bij het opstellen van het Erasmus-plan van het consortium van de 8 centra voor volwassenenonderwijs (cvo's) van Katholiek Onderwijs Vlaanderen werd onder meer gekozen voor de prioriteit 'Duurzaamheid' van het Erasmus-programma. Uit deze horizontale prioriteit kwam de volgende doelstelling: "Cvo’s bouwen aan een krachtige leeromgeving en profileren zich als duurzame centra van de toekomst. Ze integreren deze visie in de aanwending van infrastructuur en curriculuminnovatie." 'Outdoor learning' zoals op deze pagina beschreven sluit aan bij deze doelstelling, en meer specifiek bij het onderdeel curriculuminnovatie. Tijdens deze 3-daagse cursus leerden de deelnemers hoe ze de natuur kunnen gebruiken om hun curriculum over te brengen aan cursisten, vooral deze met minder kansen.

 

Banner met link
Likeme (8)
Labels