European Commission logo
Logg Inn Create an account
Each keyword is searched for in the content.

EPALE - Elektronisk Plattform for Voksnes Læring i Europa

Blog

Intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid

Samenvatting rapport “Intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid: een ander pad – vanuit het perspectief van de kinderen” van Natascha Notten (2025)

Intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid

Het rapport “Intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid: een ander pad – vanuit het perspectief van de kinderen" van Natascha Notten (2025) richt zich op de ervaringen van tien volwassenen die zijn opgegroeid in een laaggeletterd gezin, maar zelf een ander pad zijn gegaan. Door middel van diepgaande interviews wordt onderzocht hoe deze kinderen de laaggeletterdheid van hun ouders hebben ervaren, welke invloed dit had op hun ontwikkeling, en wat hen geholpen heeft om dit patroon te doorbreken.

Aantal belangrijke punten uit het rapport

De geïnterviewde kinderen ontdekten pas op latere leeftijd, meestal in hun (jong)volwassenheid, dat hun ouders laaggeletterd waren. Als kind zagen zij dit niet als afwijkend, omdat “thuis is zoals het is” en ouders vaak hun beperkte vaardigheden wisten te verbergen. Dit bewustwordingsproces kwam vaak pas later, door opleiding, werkervaring of concrete situaties waarin het duidelijk werd dat hun ouders niet goed konden lezen of schrijven.

Opvallend is dat de kinderen in dit onderzoek al op jonge leeftijd zelfstandig taken overnamen van hun ouders. Ze hielpen met het lezen van brieven, het invullen van formulieren en andere geletterde taken. Dit zorgde enerzijds voor vroege ontwikkeling van basisvaardigheden, zelfstandigheid en een gevoel van verantwoordelijkheid. Anderzijds leidde het tot volwassen verantwoordelijkheden op jonge leeftijd, waardoor sommige kinderen hun kindertijd als gemist of belastend ervaarden. Sommigen spreken zelfs van overlevingsmechanismen die later in hun leven nog effect hebben.

Wat betreft schoolervaringen valt op dat de kinderen vaak begonnen op een lager schoolniveau dan bij hun competenties paste. Velen van hen kregen een onderadvies (“ik heb me echt kapot verveeld op die mavo”), wat deels te verklaren is door het gebrek aan ondersteuning en voorbeeldgedrag thuis. De meeste ouders konden hun kinderen niet helpen met huiswerk, en contact met school was beperkt. Toch was er soms wel een positief opvoedklimaat thuis waarin het belang van onderwijs werd benadrukt, ook al konden de ouders dit niet concreet begeleiden.

Desondanks hebben de meeste kinderen uiteindelijk een andere weg gevonden. Ze zijn “stapelaars” geworden: ze volgden onderwijs op opeenvolgende niveaus, soms via omwegen, avondopleidingen of werk-leertrajecten. Meerdere van hen bereikten uiteindelijk het hbo of zelfs de universiteit. Ze ontwikkelden sterke geletterdheidsvaardigheden en zetten die actief in, zowel privé als in hun werk. Sommigen zijn zelfs bovengemiddeld vaardig geworden in taalgebruik, wat zij deels toeschrijven aan hun ervaring met het ‘vertalen’ tussen de formele taal van instanties en de taal van hun ouders.

Belangrijke succesfactoren waren hun eigen persoonlijkheidskenmerken—zoals doorzettingsvermogen en wilskracht—maar ook het lezen van boeken, dat hen nieuwe werelden en perspectieven bood. Daarnaast speelden ‘gidsen’ een cruciale rol: leraren, hulpverleners, buren of familieleden die hen zagen, stimuleerden en het vertrouwen gaven dat zij meer konden dan hun omgeving misschien dacht.

De kinderen pleiten ervoor dat professionals – zoals leraren, hulpverleners en andere volwassenen – meer oog hebben voor kinderen in laaggeletterde gezinnen. Ze vragen om aandacht, erkenning en positieve verwachtingen, ook als ouders moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen. Professionals moeten hun rol actief nemen en niet wegkijken bij signalen; ook familieleden, buren en bibliotheekmedewerkers kunnen hierin iets betekenen.

De kinderen benadrukken het belang van de context waarin een kind opgroeit. Een stimulerende omgeving kan compenseren voor wat thuis ontbreekt. Ze pleiten ervoor om laaggeletterdheid niet te problematiseren, maar juist te kijken naar de vaardigheden die er wél zijn 

Wat niet verandert zijn overlevingsmechanismen. Je doet toch dingen op de oude manier, ook al kun je het op een andere nieuw manier doen. Dus je verandert als mens niet per se”. 

Tot slot wijzen ze op de sociale gevolgen voor ouders die later alsnog geletterd worden: dit kan leiden tot verlies van aansluiting met hun sociale netwerk, iets waar professionals ook oog voor moeten hebben. Een van de kinderen: 

Dat is wat voor haar [moeder] dagelijks merkbaar is, het verliezen van begrip van familie, want die blijven steken. Ze heeft eigenlijk met niemand meer echt contact. Dus dat zijn wel dingen die verloren gaan en dat aspect wordt vergeten. Dat wordt vaak vergeten of er wordt niet over gepraat. Dat is een beetje een taboe, want je kunt nu toch beter lezen en schrijven?

Kortom, het rapport laat zien dat intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid geen onvermijdelijk lot is. Met persoonlijke veerkracht, externe steun en positieve rolmodellen kunnen kinderen uit laaggeletterde gezinnen hun eigen pad kiezen en succesvol worden, ondanks een kwetsbare startpositie. De buitenwereld kan hierbij een rol spelen. Het rapport biedt daarmee waardevolle inzichten voor beleid, onderwijs en hulpverlening.

Het hele rapport is hier te lezen: Intergenerationele overdracht van laaggeletterdheid: een ander pad – vanuit het perspectief van de kinderen 

Likeme (0)

Users have already commented on this article

Login or Sign up to join the conversation.