Het waarderen van leren buiten de formele routes
Als je naar school gaat en alles netjes doorloopt, krijg je op een dag je diploma. Dan ga je aan het werk en kun je doorgroeien door bijvoorbeeld bij- of nascholingen te volgen, waarvoor je dan weer een certificaat ontvangt. Die certificaten kun je, naast je eerder behaalde diploma’s gebruiken om je CV mee te vullen, zodat je bij sollicitaties duidelijk in beeld kunt brengen wat je allemaal aan kennis en vaardigheden meebrengt.
Maar wat als je geen diploma’s of certificaten kunt laten zien, maar wel heel veel weet of kunt op een bepaald gebied? Hoe toon je dat op een zodanige wijze aan, dat jouw kennis en vaardigheden op waarde worden geschat? En hoe toon je dat aan zodat het bewijsmateriaal niet alleen in Nederland, maar binnen Europa van gelijke waarde is? Hoe gebruiken we daarbij de verschillende initiatieven die er zijn voor het waarderen/valideren van vaardigheden (microcredentials, open badges, skillspaspoorten)?
Op donderdag 2 februari 2024 vond in Utrecht een kennis- en netwerksessie plaats rondom het thema waarderen van non-formeel leren. De middag werd georganiseerd door EPALE en geleid door Anneloes van Delft. Er waren vier sprekers aanwezig die kort een recente ontwikkeling op het gebied van valideren van leren hebben toegelicht: micro credentials, Europass en het skillspaspoort. Daarna werd er onder leiding van de sprekers gediscussieerd en naar een conclusie/aanbeveling toegewerkt door de deelnemers.
Na een korte kennismaking kaderde Anneloes van Delft het begrip non formeel leren als volgt in:
“Non formeel leren is educatie die niet wordt afgesloten met een (OCW) erkend diploma.”
Hierbij gaf ze ook aan dat er heel veel verschillende vormen van non-formeel leren zijn: het kan gaan om een cursus bij het LOI waar je een certificaat voor krijgt, of om een middag leren beeldhouwen bij het lokale buurthuis. Juist het erkennen van verschillende vormen van non-formeel leren, kan zorgen voor meer zelfvertrouwen en meer eigen regie bij volwassen leerders.
Vervolgens lichtten de sprekers toe op welke innovatieve manieren het waarderen en erkennen van non-formeel geleerde competenties vormgegeven kan worden.
Naomi Waijers van NLQF beet het spits af, en nam ons mee in de recente ontwikkelingen rondom micro credentials.
Als je spreekt van micro credentials dan heb je het over het in beeld brengen van competenties, en daar vervolgens een waardering aan geven die past binnen het NLQF. Het NLQF is het raamwerk dat binnen Nederland bij elk opleidingsinstituut gehanteerd wordt en bij werkgevers bekend is. In het NLQF zijn zowel door de overheid gereguleerde als niet door de overheid gereguleerde niveaus opgenomen. De Europese aanpak voor micro credentials richt zich op een gemeenschappelijke definitie en uitgangspunten voor het design en de uitgave van microcredentials zodat er een goed ecosysteem voor wordt ontwikkeld. In Nederland zijn er ook diverse micro credential pilots van start zowel in het MBO als HBO.
Naomi Waijers
Mark Vlak presenteerde SkillsConnect en skillspas.
Skillspas werkt met open badges die met elkaar de competenties van de gebruiker beschrijven. Zo kunnen niet alleen werkgevers maar bijvoorbeeld ook vrijwilligersorganisaties open badges uitreiken. De methodiek kan gebruikt worden om ervaringen die je opdoet (buiten het formele leren) vast te leggen. De gemeente Westland gebruikt deze open badges bijvoorbeeld bij het inburgeringstraject. Echter, kan het ook gaan om kleinere ervaringen, bijvoorbeeld: Het gaan naar een concert, het bijwonen van een lezing, het uitoefenen van een hobby. Vervolgens kun je uit je verzamelde badges kiezen welke je wil presenteren op je CV.
Mark Vlak
Monique Leegte en Peter Heeling vertegenwoordigden Europass.
Europass is een gratis systeem voor loopbaan en opleiding in een afgesloten digitale omgeving. Gebruikers kunnen Europass gebruiken als CV tool en database voor hun vaardigheden. Vervolgens bepaal je als gebruiker zelf wie er toegang toe krijgt. Europass is een initiatief van de Europese Commissie en kan gevuld worden met resultaten uit zowel formeel als non-formeel leren. Een belangrijke focus hierbij ligt op Leven Lang Ontwikkelen.
Monique Leegte en Peter Heeling
Na de introductie van de sprekers, gingen de deelnemers aan de kennissessie met elkaar in subgroepen in discussie over de huidige stand van zaken, eventuele belemmeringen en mogelijkheden bij non-formeel leren. Wat in de discussies opviel was vooral dat het aanbod aan digitale hulpmiddelen groot is, dat de terminologie heel verschillend is, dat er de behoefte lijkt te zijn om ook non-formeel leren om te zetten naar gereguleerde niveaus en dat er sprake is van een enorme versnipperde aanpak.
Ook de taligheid van verschillende instrumenten kwam ter sprake. De conclusie was daarbij dat de volwasseneneducatie in het algemeen nog te weinig kennis heeft van de mogelijkheden voor hun deelnemers om hun competenties in beeld te brengen. Ook werd geadviseerd om met de deelnemers aan bijvoorbeeld taaltrajecten samen te gaan zitten en ondersteuning te bieden bij het gebruiken van een badge wallet/skillspaspoort.
Ook werd opgemerkt dat er goede balans moet komen tussen de eindgebruiker, de overheid en het bedrijfsleven. Een skillspaspoort moet geen werkgeversinstrument worden, maar echt een gebruikersinstrument.
Er kwamen de nodige aanbevelingen uit de discussies naar voren en als voorzichtige conclusie kan worden opgemerkt dat er dringend behoefte is aan:
- meer eenduidigheid in beleid en terminologie;
- een meer laagdrempelige versie van een skillspaspoort of badge wallet voor mensen die minder taalvaardig zijn;
- een goede balans tussen de eindgebruiker, de overheid en het bedrijfsleven;
- de regie bij de één instantie, om eenduidigheid te bevorderen.
Het feit dat er momenteel een tekort aan arbeidskracht is, werd als kans gezien om het non-formele leren in de schijnwerper te zetten en er een goed waarderings- en registratiesysteem aan te koppelen.