Op het vlak van de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden scoort Vlaanderen met een werkzaamheidsgraad van 52,1 procent in 2018 onder het EU-gemiddelde van 55,3 procent. Dat blijkt uit berekeningen van het Leuvense Steunpunt Werk. Kortgeschoolden zijn personen die ten hoogste een diploma 2e graad secundair haalden.

Uit vroegere studies blijkt dat kortgeschoolden vaak een precaire positie op de arbeidsmarkt bekleden. Ze hebben gemiddeld gesproken minder goede loopbaanperspectieven en ervaren moeilijkheden bij de zoektocht naar en het behouden van werk. De verschillen tussen de Europese regio's zijn bijzonder groot. In de Zuid-Europese regio's en de regio's uit het Verenigd Koninkrijk is hun arbeidsmarktpositie goed tot zeer goed. In South West Engeland bijvoorbeeld bedraagt de werkzaamheids graad bij kortgeschoolden liefst 71,7 procent.

Vlaanderen kende in 2018 bij de kortgeschoolden dus een slechtere werkzaamheidsgraad (52,1 procent) dan het EU-gemiddelde (55,3 procent), maar de NEET-ratio (het aandeel 15-24-jarigen die geen job hebben en geen training of onderwijs volgen) is er beter (7,8 procent in Vlaanderen tegenover 10,2 procent in EU).

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg de werkzaamheidsgraad van deze groep in 2018 slechts 40,9 en Wallonië 38,5 procent en NEET-ratio was er respectievelijk 13,3 en 10 procent. Volgens de Leuvense onderzoekers verslechterde de marktpositie van deze groep de afgelopen jaren in alle drie gewesten.
 

BRON: BELGA