European Commission logo
Inloggen Maak een account aan
Je kunt meerdere woorden selecteren met scheidingskomma

EPALE - Elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa

Blog

Hoe geven we het informele leren op de werkvloer meer kansen?

Het Blueprint project CHARTER pleit voor het beter erkennen van informeel leren en het opzetten van regionale leernetwerken.

De voorbije vier jaar was FARO een actieve partner in het Europese CHARTER-project, de European Cultural Heritage Skills Alliance. In dat project gingen we onder meer na welke competenties de Europese erfgoedsector in de toekomst nodig heeft. 

En daarbij is het niet voldoende om al onze hoop te vestigen op de nieuwe generatie, zo bleek al snel. Ook de erfgoedwerkers van vandaag moeten een tandje bijsteken. Om de snelle veranderingen in de wereld de baas te kunnen, zullen we aan reskilling en upskilling moeten doen, zoals dat dan in het jargon heet. Maar waar moeten we dan op inzetten? En hoe moeten we dat organiseren? Deze blog vat de antwoorden en aanbevelingen van CHARTER samen.

Starten bij verjonging

Jonge, beloftevolle erfgoedwerkers aantrekken blijkt ook elders in Europa niet zo eenvoudig te zijn. Jongeren vertelden ons dat ze heel wat drempels tegenkomen bij het zoeken naar een job. Zo wordt er vaak van hen gevraagd dat ze onbetaald stage lopen, omdat dat "goed zou zijn voor hun cv". Voor minder kapitaalkrachtige jongeren is dat echter een onmogelijke opgave. En hoewel in Vlaanderen wel een vergoeding kan geregeld worden via een BIS-stage ('Beroepsinlevingsstage'), rijst ook hier de kritische vraag of dergelijke starterstrajecten niet enkel haalbaar zijn voor wie al een spaarpotje heeft.

De CHARTER-aanbevelingen vragen dat erfgoedorganisaties zich nog meer inspannen om meer diverse profielen te laten instromen. Dat betekent dat we nog meer drempels moeten weghalen. Gemotiveerde jonge erfgoedwerkers verdienen meer kansen op een vaste job.

Bijspijkeren: zes prioriteiten

Maar ook als we meer jongeren aanwerven, heeft de huidige generatie erfgoedwerkers nog wel wat bij te leren. In een vorige blog verwees ik al naar de uitgebreide bevraging die CHARTER heeft gedaan bij werkgevers, experten en ook externen. We vroegen hen welke kennis en kunde momenteel ontbreekt. Daaruit kwam volgend prioriteitenlijstje voor bijkomende training op de werkvloer, anno 2025:

  • Erfgoeddialoog in meerstemmigheid
  • Risicomanagement
  • Erfgoed en gewapende conflicten
  • Erfgoed en terrorisme/vandalisme
  • Illegale kunsthandel
  • Digitale vaardigheden

We moeten deze oefening over enkele jaren zeker herhalen; het is maar een momentopname (maar wel een die je zal herkennen, lijkt me).

Hoe leren erfgoedwerkers dan het liefste bij?

Allemaal terug naar de schoolbanken, dat zou beslist fijn zijn. Maar de realiteit van werken en leven beslist er vaak anders over. Uit de CHARTER-bevraging bleek dan ook dat erfgoedwerkers op de volgende manieren willen bijleren voor hun job:

  • Ze zoeken naar een combinatie van werken en leren, waarbij ze hun eigen ervaring kunnen inzetten.
  • Ze willen graag korte, flexibele vormingen volgen,​ in plaats van zich te engageren voor, bijvoorbeeld, lange mastertrajecten.
  • En, heel opvallend: informeel leren is volgens onze respondenten van onschatbare waarde. Leren van elkaar en van collega’s uit andere organisaties, dat is waar ze naar op zoek zijn.

Uit het CHARTER-onderzoek blijkt dat niet alle werkgevers  het nut van vorming inzien. Als ze er wel oog voor hebben, dan gaat het vaak om klassieke vorming, zoals een cursus of een training. Meer informele initiatieven, zoals  een collegagroep of een lerend netwerk zien ze vaak niet als een volwaardig leermoment. Op dat vlak is er dus zeker een mentaliteitswijziging nodig.

Dit betekent ook dat werkgevers moeten durven investeren in 'overstappers': mensen die vanuit andere sectoren in de erfgoedsector aan de slag gaan. Zij hebben extra training nodig om de basiscompetenties van de sector beet te krijgen, maar kunnen tegelijk ook heel wat nieuwe kennis en kunde laten binnenstromen en informeel aanleren aan hun collega’s.

Leren documenteren

Maar hoe weet je nu wat iemand precies geleerd heeft uit een korte flexibele vorming of een informele collegagroep? Voor dit soort initiatieven worden er immers geen diploma’s uitgereikt. En de kennis en kunde die je er opdoet, levert doorgaans geen vrijstellingen op in het hoger onderwijs.

Daarom pleit CHARTER ervoor om informeel leren te erkennen en te waarderen, net als de kennis en kunde die is opgedaan tijdens allerlei kortere opleidingen en workshops. In Vlaanderen bestaat er al een uitgewerkte EVC-procedure voor gidsen, die op basis van een portfolio en een praktische proef hun kunde bewijzen. Dit zou ook voor andere beroepen kunnen. Of zijn er andere manieren om het leren zo te documenteren dat het meetelt bij sollicitaties en het verkrijgen van vrijstellingen?

Volgens CHARTER is het wenselijk dat de kwaliteitszorg van CET (Continuous Education and Training) wordt vergroot, bijvoorbeeld via een Europees kwaliteitskader. Ik vind dat wel een interessant idee. In plaats van alles te willen integreren in universitaire programma’s of bachelors aan de hogescholen, lijkt het me heel belangrijk dat ook andere niet-onderwijsspelers hun kwaliteit kunnen aantonen via een dergelijk kader. Dat zou een erkenning zijn van de meerwaarde die ze vandaag al leveren. Een dergelijk kwaliteitsstempel maakt het vervolgens mogelijk om gevarieerde leerpaden aan te leggen, waarbij hoger onderwijs en niet-formele vorming goed op elkaar aansluiten. Een erkenning en een kader maken gesprekken daarover eenvoudiger dan vandaag het geval is.

Vanuit het perspectief van het lerende individu is de registratie van het leerparcours in een individueel learning account een interessante piste. Zo’n gewaarborgd account moet helpen zichtbaar maken wat mensen in de loop van hun carrière allemaal geleerd hebben. Dit soort accounts zijn in volle ontwikkeling op Europees niveau. CHARTER verwacht er veel van.

Hoe ontwikkelen we een bredere leerstrategie?

In de zomer van 2023 maakten we met CHARTER in de Zweedse provincie Västra Götaland kennis met het daar opgezette (en indrukwekkende) ambachtslabo. Dat is een partnerschap tussen onderzoek (de universiteit van Göteborg), de publieke (erfgoed) en de private sector​. Via doctoraten en via  ​projectgebaseerd onderwijs stimuleert het labo praktijkgebaseerd onderzoek naar bouwambachten​. Ook privé-eigenaars van monumenten kunnen rekenen op een vormingsaanbod, dat hen bijvoorbeeld in één weekend leert hoe ze een oud raam kunnen restaureren.

Volgens CHARTER zijn dit soort regionale strategieën de toekomst, want:

  • Heel veel relevante vormingsaanbieders programmeren nu naast elkaar in silo’s​.
  • Data stromen niet goed door​ tussen onderwijs, sector en privé.
  • De complementariteit van leermogelijkheden wordt niet optimaal benut​, en er is soms onnodig veel overlap.
  • We blijven vaak te sterk 'opgesloten' in onze eigen erfgoedsector,  terwijl ook andere sectoren kunnen worden betrokken​. Ook daar zijn cruciale competenties te vinden.

Elders in Europa heeft men voor andere thema’s soortgelijke regionale strategieën opgezet. Schotland bijvoorbeeld deed dat voor archeologie. De vraag is natuurlijk: is zoiets ook mogelijk voor Vlaanderen? Daar wil ik zelf graag nog wat verder over nadenken. In de loop van dit voorjaar schrijf ik er een artikel over in faro | tijdschrift over cultureel erfgoed. Wordt dus vervolgd.

Conclusie: wat zijn CHARTER’s aanbevelingen voor het leren op de werkvloer?

  • Zorg voor een kwaliteitskader voor aanvullende opleidingen en versterk kwaliteitszorg om doorstroming mogelijk te maken​.
  • Maak werk van individual learning accounts​.
  • Moedig werkgevers aan om meer in vorming en leren te investeren​.
  • Investeer in blended learning, microcredentials​.
  • Werk de ongelijkheid in de aanwerving van erfgoedwerkers weg​.
  • Zet een regionale erfgoed upskillingstrategie op​.
  • Breng die regionale initiatieven met elkaar in contact​.
  • Zorg dat basiscompetenties ook in andere, belendende sectoren gekend zijn – holistische benadering.

Meer weten?

De voorbije vier jaar was FARO een actieve partner in het Europese CHARTER-project. Samen met meer dan veertig andere partners zochten we een antwoord op de volgende vragen:

  • Wat zijn de voornaamste competentienoden op de werkvloer?
  • Welke toekomstgerichte curricula staan op het verlanglijstje?
  • Wat is er nodig om leren en ontwikkelen in de erfgoedsector een impuls te geven. 

Deze blog is een persoonlijke samenvatting van het tweede en het derde boekje dat CHARTER publiceerde. Hierin vind je nog meer informatie over het combineren van werken en leren en alle drempels die daar vandaag nog bestaan.

Lees ook de andere blogs over de CHARTER-resultaten

Deze blog is integraal overgenomen van faro.be.

Likeme (0)