De volwasseneneducatie van de toekomst? Een overzicht van de huidige trends (Deel I)

De volwasseneneducatie en bijscholing zijn net als alle andere bedrijfstakken én onderwijsgebieden afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen waarop de sector zich moet instellen. Met de trends die door ervaringsdeskundigen zijn vastgesteld, moet dan ook terdege rekening worden gehouden bij de analyse van die ontwikkelingen: Zijn bijvoorbeeld de organisatie, het programma, de kennis van de medewerkers en docenten c.q. de technologie adequaat op die toekomst voorbereid? Een analyse van de uiteenlopende trends kan op dit punt iets meer ‘licht in de duisternis’ brengen.
Innovating Pedagogy (2020)
Aanleiding voor dit overzicht is de publicatie Nr 8. ‘Inovating Pedagogy’ [EN] in januari 2020 – een rapport dat sinds 2012 door het National Institute for Digital Learning (NIDL) van de Dublin City University (DCU) en de Open University wordt uitgebracht. In dit rapport worden tien trends in kaart gebracht. Dit zijn overigens niet alleen trends die op de volwasseneneducatie betrekking hebben, maar ontwikkelingen die op alle onderwijsgebieden van toepassing zijn, dus ook de volwasseneneducatie. Let wel: het gaat hierbij niet uitsluitend, maar wel overwegend over trends die door digitale ontwikkelingen worden veroorzaakt of versterkt.
Een korte introductie van de verschillende trends:
- De rol van artificiële intelligentie binnen het onderwijs zal steeds groter worden, zeker wat de activiteiten naar studenten/cursisten toe betreft. Door computerondersteund onderwijs, automatische evaluaties, aangepaste leeromgevingen en exploratief leren worden docenten niet overbodig, maar verandert wel de invulling van hun takenpakket.
- Posthumanistisch denken beïnvloed het onderwijs: de grenzen tussen mens en machine verschuiven of vervagen. Als robots onderwijsgesprekken simuleren of wanneer er bij mensen functieondersteunende chips worden geïmplanteerd, wat is dan nog mens en wat machine? Kan een mens een band met een machine opbouwen? Met het beantwoorden van deze vragen is het onderwijs nu al bezig. Zijn de docenten van een leerplatform mensen of bots die slechts mensachtige handelingen uitvoeren?
- Door de beschikbaarheid van grote hoeveelheden authentieke gegevens die in het onderwijs kunnen worden geïntegreerd, behoort leren met ‘open data’ nu ook tot de mogelijkheden. Vanwege de relevantie ervan kunnen deze onderwijsbenaderingen de motivatie van studenten/cursisten verhogen: een analyse van veranderingen in inkomens of vermogens in mijn land heeft voor mij als cursist meer betekenis als deze op feitelijke gegevens is gebaseerd. Dit kan tegenwoordig dankzij de onlinebeschikbaarheid van gegevens en nieuwe, eenvoudig te gebruiken tools voor de verwerking van grote hoeveelheden gegevens.
- Al vóór de inwerkingtreding van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) speelde de kwestie rondom de ethiek bij de verwerking van gegevens een belangrijke rol. Waar liggen de grenzen van het gegevensgebruik wanneer er voor alle studenten aan de universiteiten automatisch onlineprofielen worden aangemaakt? Wie heeft er toegang tot die gegevens en wie kan of mag die toegang beperken? Het onderwijs wil dit onder de aandacht brengen, maar doet tegelijkertijd ook een beroep op de onderwijsinstellingen om zorgvuldig met die gegevens om te gaan.
- Parallel aan de actuele veranderingen in onze samenleving dient zich de vraag aan wie er nu eigenlijk de verliezers/winnaars zijn: het onderwijs voor sociale rechtvaardigheid beschikt over een groot innovatieve kracht die optimaal moet worden benut. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan onderwijs voor mensen in achterstandssituaties of onderwijs gericht op (ecologische) duurzaamheid. Ook op dit gebied zijn het immers juist de kanslozen die nog meer te verliezen hebben.

OpenClipart-Vectors | Pixabay
- Een andere belangrijke trend is e-sports/e-gaming, een trend die zowel in de vrije tijd als in het onderwijs een grote rol zal gaan spelen. Het leren van bewegingsmechanismen of teamstrategieën kan bijvoorbeeld via e-gaming worden verbeterd. Via deze techniek is het daarnaast mogelijk om de motivatie te verhogen om te leren lezen en schrijven. In combinatie met ‘virtual reality’ zijn er brede toepassingsmogelijkheden denkbaar voor deze technologie.
- Het leren met behulp van animaties kan bijdragen aan een beter inzicht in processen die normaal gesproken aan het menselijk oog onttrokken zijn, zoals processen in het lichaam, nanotechnologie e.d. Die animaties kunnen telkens opnieuw gereproduceerd worden, zodat iedereen zich de leerstof in zijn/haar individuele tempo eigen kan maken.
- Niet alleen versterkt door digitale tools ligt de focus nu op multisensorisch leren en de voordelen daarvan: de mens heeft vijf zintuigen, maar het leren (in ieder geval in formele settings) vindt meestal via de ogen en de oren plaats. Inmiddels wordt op veel gebieden al gebruikgemaakt van multisensorische technieken, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, maar ook met het oog op ‘ervaringsbelevenissen’ in het toerisme. Juist voor mensen met speciale behoeften kan dit een zeer welkome aanvulling op de leermogelijkheden vormen.
- Offline netwerken: Leren via netwerken wordt ook steeds belangrijker. Zo zijn er op Twitter vaak mensen die opmerken dat ze door/via/van Twitter nieuwe dingen leren. Maar dat kan ook offline: door de uitwisseling van standpunten, ideeën en materialen kun je je kijk op dingen aanpassen of nieuwe inzichten opdoen. Deze trend wordt ondersteund door een aantal nieuwe ontwikkelingen: barcamps en MOOC’s (Massive Online Open Courses) bijvoorbeeld zijn op dit moment bijzonder populair.
- Virtuele laboratoria kunnen met name in natuurwetenschappelijke onderwijsomgevingen mensen leerervaringen laten opdoen die vanwege de afstand, risico’s of kosten op een andere manier onmogelijk zouden zijn. Hoe reageren bepaalde stoffen als ze in zeewater terechtkomen? Wat zijn de gevolgen voor een chemische reactie als de kamertemperatuur significant wordt gewijzigd? Veel van deze vragen kunnen in de ‘werkelijkheid’ niet zonder risico’s worden beantwoord. In dergelijke gevallen kunnen virtuele laboratoria uitkomst bieden.
Tot zover de tien innovatieve trends zoals deze in bovengenoemd rapport zijn beschreven. Zijn er daarnaast nog andere informatiebronnen die eenzelfde of juist een tegenovergestelde mening zijn toegedaan? Een korte vergelijking van twee andere trendverslagen kan hieromtrent meer duidelijkheid verschaffen.
Voor meer informatie over de actuele trends in de volwasseneneducatie wordt verwezen naar deel II van deze bijdrage: Welke trends heeft de OESO in kaart gebracht, hoe ziet toekomstonderzoek à la M. Horx eruit en wat hebben deze visies gemeen? |
Over de auteur: Heike Kölln-Prisner is sinds 1986 werkzaam in de volwasseneneducatie. Zij is gespecialiseerd in basiseducatie, projectmanagement en onderwijs voor mensen in achterstandssituaties. Daarnaast is zij EPALE-ambassadeur.
Sveicināti, Heike, Paldies…
Sveicināti, Heike,
Paldies par sarakstu. Tas tiešām lielā mērā ataino to, kas notiek izglītībā attālināti.
Man prieks, ka sarakstā ir minēti arī atvērtie dati un sociālā taisnīguma izglītība, kas ļauj katram piekļūt informācijai. Pieņemu, ka pieejamas tehnoloģijas un apmācības arī trūcīgākajai sabiedrības daļai ļautu samazināt sociālo atstumtību trūcīguma vai izglītības trūkuma dēļ.
Vēl laikam piemetinātu par attīstības tendencēm, ka vēl nekad uz skolēna vai studējošā pleciem nav bijusi tik liela atbildība par paša izglītības kvalitāti, jo vai nu skolēns/students ir aktīvs, vai arī neglābjami cieš izglītības kvalitāte.
Paldies ka šo aktualizējāt - ir svarīgi mainīgā pasaulē piefiksēt pārmaiņas, lai vēlāk šīs piezīmes kalpo par pieturas punktiem pārmaiņu vērtēšanā.