Praktijkvoorbeelden werkplekleren
Het principe van werkplekleren is zo oud als de straat. Al in de middeleeuwen gingen leerlingen aan de slag bij een gildemeester: zo leerden ze hun beroep in de praktijk. Ook vandaag is werkplekleren een wijdverspreide manier om competenties te verwerven. Zo wijdverspreid dat er een oerwoud van termen voor bestaat: alternerend leren, individuele praktijklessen, stages, afwisselend leren en werken, duaal leren, leerwerkopleidingen en groepspraktijken. Toch komt het altijd op hetzelfde neer: competenties aanleren en toepassen in een werksituatie die tegelijkertijd een leersituatie is. In de brochure 'Werkplekleren: leren doen, doet leren' is die definitie vernauwd: er wordt gesproken over werkplekleren als er een school of vormingsinstelling bij betrokken is. Draait bijvoorbeeld een administratieve werknemer van een warenhuisketen een week mee in een supermarkt om iets bij te leren? Dan is dat ongetwijfeld leerrijk, maar het valt buiten het bestek van de brochure. In de brochure vindt u van bladzijde 47 tot 63 enkele praktijkvoorbeelden in de volwasseneneducatie.